sedert de grondwet van 1814. Eene bydrage tot de geschiedenis der koloniale politiek in Nederland. I. deel. 'sGravenhage, M. Nyhoff. 8.

Bydragen tot de taal. land en volkenkunde van Neerlandsch Indie. Uitgegeven door het koninklyk Instituut voor taal, land en volkenkunde van N. Indie. Nieuwe Volgreeks: III. deel, 2. stuk. Amsterdam, F. Muller. Batavia, van Haren Noman en Kolff. 8.

A. J. A. Gerlach, Fastes militaires des Indes Orientales Neerlandaises avec cartes portraits et planches. Zalt Bommel, Jean Noman et fils, 1859. 8.

J. Wolbers, Geschiedenis van Suriname, van de ontdekking van Amerika tot op den tegenwoordigen tyd. Amsterdam, H. de Hoogh. Fortsetzung 8. Jahrgang 1859.

Publicationen gelehrter Gesellschaften, periodische Sammlungen: Verslagen en Mededeelingen der koninklyke Akademie van Wetenschappen: afdeeling Letterkunde V. deel. 1. stuk.

Over een charter van graaf Floris V. van den 14. Mei 1273, mededeeling van G. H. M. Delprat.

Rapport der Commissie voor het Hollandsch en Zeeu wsch Charterboek, uitgebragt door R. C. Bakhuizen van den Brink. Verslag aangaande de door de respectieve rapporteurs opgemaakte lysten der plaatsnamen: uitgebragt door W. G. Brill.

Wir machen vor allem auf den Bericht der Commission aufmerksam, der die Akademie die Herausgabe des „Charterboek" anvertraut hat. Die Sammlung Mieris”, die, im vorigen Jahrhundert veröffentlicht wurde, ist weit davon entfernt, vollständig zu sein, und die historischen Studien werden aus einer Edition, die dem gegenwärtigen Stand der Wissenschaft entspricht, großen Nußen ziehen. Mau hat die Sache mit großem Eifer ergriffen, die Commission besteht aus den Herren Badhuizen van den Brink, van den Bergh, de Wal, de Vries, Delprat und van Limburg Bruwer, während viele andere Gelehrte ihre Mitwirkung zugesagt haben. Die Commission hat geglaubt, sich auf die Provinzen Holland und Seeland beschränken zu müssen. Der Bericht, den Hr. Badhuizen van den Brink in der Sigung der Akademie vom

9. Januar 1860 erstattet hat, gibt jebt interessante Details über die asten Arbeiten der Commission.

Historisch Genootschap gevestigd te Ctrecht

Inhalt: Kronyk van Arent toe Boecop. Croenick der Byscoppen v. Cttert, Hertoghen van Ghelre, van haer anvaneke hoe dat sye beyde onder keiser Carell dye 5 als hertog van Beyeren, graren van Hollant Synnen ghewemen, wair in wordt beebrewen was by hoer regirringhe int Sticht van Uttert, Landt van Gelre, grewscap van Satphen, het landt van Overyssel, Vreslant, Groninghen, Groenig ber Landt ys gheschit, uyt verschieden seryveren und olde loffeljehe scriften myt groeten vlyt byeden anderen durrich Arent tue Boecop ghebrocht. Het erste deell.

Codex diplomaticus. Tweede Serie IVe deel 2e afdeelig bl. 1–304.

Oorkonden betrekkelyk tot de abdy van St. Laurentius en het Vrouwenklooster te Oostbroek: medegedeeld door Jhr. J. J, de Geer.

Onuitgegevene oorkonden betreffende het slot, de stad en de heerlykheid van Ysselstein: medegedeeld door Jhr. J. J. de Geer.

Onuitgegeven oorkonden aangaande het patronaat regt der kerk te Jutphaas: medegedeeld door Jhr J, J. de Geer.

Quelques lettres de Marnix de St. Aldegonde et du prince Jean Casimir comte palatin du Rhin publiées par M. J. Diegerick.

Rekening der stad Lier: over de drie laatste maanden van 1394; medegedeeld door F. H. Mertens.

Onuitgegeven brieven van Gillis van Berlaimont, heer van Hierges enz: uit de maanden Mei 1576 tot January 1577: uitgegeven door professor van Vloten.

Berigten van het historisch genootschap.

Claudius Civilis en zyne worsteling met de Romeinen: in drije navolging van het geschiedverhaal van Tacitus door A. G. W. Ramaer.

Legende by de kaart van het hoofdtonel des oorlogs tusschen de Batavieren en Romeinen; en vergelyking van den toenmaligen en tegenwoordigen loop der rivieren de Ryn en de Waal, naar de aanwyzingen van het terrein en authentieke bronnen zamengesteld, door A. G. W. Ramaer.

Geschiedkundige bydrage over het jaar 1490 door Mr. P. van der Brandeler.

Kronyk 1860. bl. 1–13.

Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leiden.

Inhalt: Jacob van Maerlant Spiegel Historiael. Handelingen der Jaarlyksche algemeene vergadering 1860.

Die jährlichen Sißungsberichte dieser Gesellschaft sind, abgesehen von der Geschichte der Societät in dem verflossenen Jahre, bemerkenswerth wegen der Biographieen der verstorbenen Mitglieder. In dem vorliegenden Jahrgang findet man die Folgenden :

J. P. Sprenger van Eyk von Herrn Mees, J. C. Baud von Herrn Myer, J. A. Susanna von Dern J. C. Sneller vàn Vollenboven, C. J. van Assen von Herrn de Bosch Kemper, J. G. W. Merkes van Gendt von Herrn Mulder, T. Pan von Herrn Abbing, S. de Wind von Herrn Pekelharing, A. G. Schilthuis von Herrn van Rees, E. W. van Dam v. Isselt von Herrn Burlage, Is. da Costa von Herrn Koenen, A. H. Pareau von Herrn Swalue, C. L. Schuller tot Peursum von Herrn Nepven, U. A. Evertz von Herrn Dirks, R. W. Tadama vou Herrn Matthes, G. M. R. ver Huell von Herrn van Harderwyk.

Friesch Genootschap van geschied: oudheid en taal. kunde,

Het leven van Menno van Coehoorn: s. oben.

Twee en dertigste verslag der handelingen van het Friesch Genootschap over het jaar 1859 – 60.

De Vrye Fries. Mengelingen uitgegeven door het Friesch Genootschap van geschied-oudheid en taalkunde: negende deel: Nieuwe Reeks Derde deel. Eerste stuk. Leeuwaarden G. T. N. Suringar.

Lyst van oorkonden, die in het Charterboek van Friesland ontbreken: door Mr. L. Ph. C. van den Bergh. Eerste gedeelte 753 – 1300. Voorlezing over het leven en de verdiensten van Caspar van Robles, en de lotgevallen van de voor hem opgerigte gedenkzuil, op den zeedyk naby Harlingen door W. Eekhoff. De oude Friesche drinkhoorn van den Patroon von Roordahuizum, beschreven en toegelicht door Mr. W. W. Buma. - Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.

Verslag van het verhandelde in de Algemeene vergadering.

Archief. Vroegere en latere mededeelingen voornamelyk in betrekking tot Zeeland uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen IV. Middelburg J. C. en W. Altorffer.

Inhalt: Over de belangrykheid der oude charters, berustende in het provinciaal Archief van Zeeland, en byzonder over een privilegie door Bisschop Jan van Nassau in den jare 1271 aan te abdy de Middelburg verleend: